Dat een film over de bezetting van Afghanistan door de Taliban ook beeldschoon kan zijn klinkt misschien vreemd, maar de Franse regisseurs Zabou Breitman en Eléa Gobbé-Mévellec vinden dat schoonheid in hun animatiefilm The Swallows of Kabul een belangrijke functie heeft: “Het dwingt je om in te zien hoe fragiel de mooie dingen in het leven kunnen zijn.”
In zijn documentaire Kabul, City in the Wind (2018) toont Aboozar Amini hoe de hoofdstad van Afghanistan na decennia van oorlog, conflict en onderdrukking haast tot stilstand is gekomen. En toch rijden de karakteristieke bussen nog hun diensten, spelen jonge kinderen nog op straat, en waait de wind nog door de zanderige heuvels. “Mijn idee is om juist het leven te laten zien”, vertelde Amini eerder aan de Filmkrant over hoe hij Kaboel wilde vastleggen. “Maar ik laat je het geweld wel voelen, als een grote donkere schaduw die continu boven de stad hangt.”
De animatiefilm The Swallows of Kabul (Les hirondelles de Kaboul) gaat twintig jaar verder terug in de tijd en toont hoe de donkere schaduw van de Taliban steeds groter wordt. Kabul, City in the Wind toont een onzeker leven na de onderdrukking van de Taliban en IS. The Swallows of Kabul verbeeldt de onmiddellijke invloed van de Taliban op Kaboel.
Witte gloed
Knap dat je het Kaboel van Amini nog wel kan herkennen in deze film van Franse regisseurs Zabou Breitman en Eléa Gobbé-Mévellec. Zij hebben namelijk zelf nooit voet gezet op Afghaanse grond. Deze hele film – fictie gebaseerd op de gelijknamige bestseller van Yasmina Khadra – is in Frankrijk geanimeerd. De grootste uitdaging voor hun team was dus om Kaboel in beeld, geluid en beweging te vangen, vertelt Breitman aan een klein groepje journalisten in Cannes. “We betreuren dat we de plek niet konden bezoeken. Daarom deden we zo veel mogelijk research: documentaires, televisiereportages, fotodocumenten, filmopnames. In die vele beelden viel ons steeds één ding op waar we eerder ook al over hadden gelezen: het licht. Die prachtige witte glans die deel is van het stadsgezicht.”
Door te werken met gedetailleerde aquarelschilderingen kon animatieregisseur Gobbé-Mévellec (die werkte aan het even oogstrelende uit 2012) de witte gloed en andere details uit Kaboel op bijzonder overtuigende wijze animeren. The Swallows of Kabul is daardoor een beeldschone animatiefilm geworden. En daar begint het natuurlijk te schuren, want schoonheid is geen idee of gevoel dat je associeert met de noodlottige toestanden van Afghanistan. Precies dat was de intentie van de makers: “Omdat het op zo’n delicate wijze wordt verbeeld, is de wreedheid van de situatie nog meer invoelbaar”, vindt Breitman. Gobbé-Mévellec valt haar bij: “Er is een wezenlijke schoonheid aan deze plek die daardoor nog sterkere emoties oproept.”
Jong en verliefd
Die spanning tussen wat mooi en wat wreed is, bepaalt het verhaal van deze film. The Swallows of Kabul volgt twee stellen die op eigen manier proberen te overleven onder het regime van de Taliban. Mohsen en Zunaira zijn nog jong en verliefd, maar zij voelen dat het religieus fanatisme van de Taliban hun hoop op een humane toekomst wegneemt. Die hoop is Atiq al verloren. Deze norse cipier van een vrouwengevangenis piekert over zijn ongeneeslijk zieke vrouw Mussarat. Zijn maatjes die nu bij de Taliban horen vinden dat een man zich niet hoeft te bekommeren om het lot van een vrouw. Wanneer Zunaira ook in zijn cel belandt begint hij toch – en misschien te laat – in te zien dat geen enkele vrouw zomaar inwisselbaar is. Zo ontvouwt zich een dramatisch portret van twee generaties die schommelen tussen wanhoop en hoop.
De nadruk op het leven van Afghaanse vrouwen is een van de interessantste aspecten aan The Swallows of Kabul. Zunaira weigert bijvoorbeeld een boerka te dragen. Daarom is ze veroordeeld tot een leven in haar krappe appartement, waar ze prachtige tekeningen op de muur maakt. Gobbé-Mévellec: “Onder de Taliban was tekenen ook verboden, al helemaal als het om afbeeldingen van het menselijk lichaam ging. Zunaira’s voorliefde voor schoonheid is dus een grote daad van verzet.”
Zwaluwen
Een van de indrukwekkendste scènes is wanneer Zunaira toch eropuit gaat, in de oude boerka van haar buurvrouw. Ineens zien we Kaboel vanuit een beklemmender perspectief: onder het blauwe gaas van een boerka. “Dit was een van de belangrijkste beelden voor ons”, zegt Breitman. “Wij hadden een boerka geïmporteerd om zelf te ervaren hoe het leven eruitziet onder dat gaas. Je houdt niet voor mogelijk wat voor een deel van je gezichtsveld erdoor wordt weggenomen. Voor deze point of view-shots raakten we geïnspireerd door Burka Band, een elektronische punkband uit Kaboel die gehuld in boerka’s muziek speelt. De videoclip van ‘Burka Blue’ is ook vanuit dat perspectief gefilmd.”
Het uiteindelijke gevoel dat Breitman en Gobbé-Mévellec met hun animaties willen oproepen is vooral melancholie. “Neem de zwaluwen die blijven vliegen over Kaboel”, zegt Breitman. “Zij verbeelden een schoonheid die nooit weggenomen kan worden. Tegelijkertijd ben je er getuige van hoeveel schoonheid wordt vernietigd. Met melancholie bedoel ik dus eigenlijk een soort treurig gevoel voor de dingen die hadden kunnen zijn. Het moment dat ik dat echt voelde was toen Afghaanse acteurs naar ons theater kwamen om stemmen op te nemen. Zichtbaar geroerd door wat ze zagen zeiden ze: ‘Dat is ons thuis’. Hoe zij naar die beelden kijken zal ik nooit vergeten.”